In plaats van kunstschilder werd Bernardus Johannes Blommers bijna lithograaf in de drukkerij van zijn vader. Hier kwam verandering in toen hij in 1863 lessen begon te volgen aan de Haagse Tekenacademie en daar Willem Maris ontmoette. Via hem kwam Blommers in contact met andere kunstenaars. Op het strand van Scheveningen raakte Blommers toevallig aan de praat met zijn grote voorbeeld Jozef Israëls, een ontmoeting die zou leiden tot een levenslange vriendschap. Omdat Israëls ruim twintig jaar ouder was, en al een gevestigde reputatie had opgebouwd als grondlegger van de Haagse School, werd hij ook een belangrijke raadgever van Blommers.

Zowel Blommers als Israëls waren echte figuurschilders. Vaak schilderden zij deze figuren tegen de achtergrond van een landschap, interieur of een strand. De strandgezichten, meestal in de omgeving van Scheveningen en Katwijk ontstaan, zijn ook nu nog het meest geliefd. Overigens bestaat tussen beide schilders een verschil in de benadering van dit onderwerp. Israëls legde vooral de nadruk op het harde bestaan van het vissersleven: het zwoegen, het harde werk en het gemis van vrouw en kinderen als vader op zee was. De gezichten van zijn figuren zien er, ook bij de jonge kinderen, meestal wat triest uit. Blommers daarentegen zag Scheveningen van de zonnige kant. Hij genoot van het observeren van de aanmerende pinken, schelpenvissers en de zorgeloze, spelende kinderen. Als vader van een groot gezin raakte hij vertederd door de aanblik van deze peuters, voorzichtig lopend over het zand, of spelend met een speelgoedbootje.

Blommers schilderde ook taferelen ontleend aan het vissersleven. Zijn interieurs en figuurstukken werden veel naar het buitenland verkocht. Zijn landschappen en strandgezichten met vissers en vissersvrouwen waren meer geliefd in Nederland. Het vroegere werk van Blommers kenmerkt zich door de precieze tekening. De figuren hebben sterk omlijnde contouren, de details van kleding en meubels zijn duidelijk uitgewerkt, qua opvatting ligt dat werk dichter bij de romantiek dan bij het impressionisme. Later werd zijn penseelstreek vrijer, losser en werden kleur en lichtval meer bepalend. Zijn palet verschoof naar zachte tinten groen, blauw, geel en oker, die met name in zijn strandgezichten schitterend tot uitdrukking komen.

Het werk van Bernardus Blommers werd enorm gewaardeerd. Reeds in 1868 won hij een gouden medaille op de Haagse tentoonstelling. Daarna zouden nog vele onderscheidingen in binnen- en buitenland volgen. Veel van zijn schilderijen en aquarellen vonden hun weg naar het buitenland, onder andere naar Engeland, Schotland, Canada en de Verenigde Staten. Zo mocht hij grote spoorwegmagnaten als James Staats Forbes en John Reid tot zijn klanten rekenen. In 1904 bezocht Blommers Amerika en werd zelfs door de toenmalige president Theodore Roosevelt ontvangen. Omgekeerd kwamen veel Amerikanen tijdens hun Europese reis naar Nederland om Blommers persoonlijk te ontmoeten.

 

Prijs € verkocht